Juli is een zomerse maand waarin je volop kan oogsten. En in de leeggekomen bedden kun je nog een volgende teelt beginnen of een groenbemester zaaien.

Droogte kan wel voor problemen zorgen. Geef regelmatig water, want veel groenten kunnen door droogte doorschieten. Wie in vakantie gaat zal zeker zijn voorzorgen moeten nemen. Ook kunnen plaagdieren en ziekten in deze maand de kop opsteken.Bijvoorbeeld op de preimot. De tweede generatie motten wordt nu actief. Het is dus tijd om de prei ertegen te beschermen. De rupsen van de preimot vreten gangen  in het loof en banen zich een weg  tot diep in het witte gedeelte van de prei. Daardoor hebben schimmels en bacteriën vrij spel en kan rotting  optreden.

Als je in juli gaat zaaien en planten, kies dan voor aangepaste variëteiten. Hieronder vind je wat er nog allemaal mogelijk is!

Succes, Henk

BLADGEWASSEN

  • Sla kan opnieuw gezaaid worden. Kies variëteiten die niet gemakkelijk opschieten zoals eikeblad- en krulsla, kropsla ‘Wonder der vier jaargetijden’, ‘Besson’ , ‘Appia’ of Bon Jardinier’. Zorg er wel voor dat de jonge plantjes steeds vochtig blijven. Tegen het einde van de maand mag veldsla worden gezaaid.
  • Sla uitplanten. Diverse soorten. Bescherm de planten tegen slakken. Breng rond de planten eventueel een laag cacaodoppen aan. Hiermee beperk je de onkruidgroei en hou je slakken op afstand.
  • Andijvie uitplanten. Zorg voor voldoende vocht in de grond. Voor de herfstteelt kan je in volle grond aangepaste rassen uitzaaien.
  • Selder kan je begin juni nog buiten zaaien. De zaden hebben zo’n 18-20°C nodig om te kiemen.
  • Snijseldergroeneselder zaaien in volle grond. Na opkomst de plantjes dunnen op 15cm. Snijselder is een smaakmaker in de keuken die regelmatig gebruikt wordt. Zorg dat je voldoende zaait, en zaai met tussenperiodes.
  • Witloof: kan je nog in het begin van de maand zaaien. Kies een aangepast ras. Zaai witloof in lijnen op 30cm uit elkaar en leg in de geulen een twintigtal zaden per meter. zaai op 1 tot 2 cm diepte. Als de eerste echte witloofblaadjes tevoorschijn komen moet men uitdunnen tot er ongeveer 8 plantjes per meter overblijven. De uitgedunde plantjes kunnen ook worden uitgeplant maar deze geven vertakte wortels
  • Pluk geregeld spinazie. Dit stimuleert de groei. Verwijder te grote en gele bladeren. Winterspinazie zaaien.

KOOLGEWASSEN

  • Plantgoed van diverse koolplanten uitplanten.
  • Probeer ook eens winterbloemkool : zaaien rond half juli, uitplanten medio augustus om te oogsten in april volgend jaar. Tijdens strenge vorstperiodes moeten ze wel met wat vliesdoek worden afgedekt. Om knolvoet te voorkomen kan je eventueel de koolplanten in grote potten plaatsen waaruit de bodem is gesneden.
  • Broccoli kun je uitplanten tot en met de eerste helft van augustus. OPGELET: jonge koolplantjes beschermen tegen ondermeer duiven. Dit kan door een net te spannen over het plantmateriaal.
  • Winterkool (witte kool, rode kool, spruitjes, boerenkool) begin juli zaaien in volle grond.
  • Chinese kool wordt best pas na 15 juli gezaaid om doorschieten te voorkomen. Zaai dun op een rij en dun uit op 30 cm.

VRUCHTGEWASSEN

  • Pompoen planten. Opletten voor slakken. Pompoenen zijn zeer geschikt voor het begroeien van overblijvende plaatsen in de tuin of bijvoorbeeld een composthoop.
  • Courgettes: je kan nu nog zaaien. Van deze planten kan je dan oogsten tot begin oktober. Courgettes zo jong mogelijk oogsten. Pluk de courgettes jong, als ze maximaal een drietal cm dik zijn en een 15 à 20 cm lang, anders worden ze veel te houterig. Courgettes en pompoenen nemen nogal wat plaats in zodat je minstens 1 m2 per plant voorziet.
  • (suiker)Maïs uitplanten. Wacht niet te lang en zaai op een zonnige plaats. Om omvallen te voorkomen zaai je best in een vierkant.
  • Tomaten : van vroege soorten beginnen de eerste vruchten in de serre te rijpen. Tomatenplanten regelmatig opbinden en dieven verwijderen. Voorzie bij het planten reeds steunmateriaal. Bij het watergeven zorgen dat het blad niet nat wordt. Dit om schimmelziektes te voorkomen. Plant nooit tomaten vlak bij aardappelen om ziektes te voorkomen. Tomaten moeten regelmatig worden aangebonden en ook de okselscheuten moeten worden verwijderd. Als er zich drie bloemtrossen hebben gevormd moet de top worden uitgeknepen aan het tweede blad boven de laatste tros.
  • Aubergines in de serre planten of buiten in beschermde omgeving
  • Paprika’s in de serre planten of buiten in een beschermde omgeving. Paprika’s hebben behoefte aan een warme bodem. Niet overdrijven met water. Per plant hou je best 1 à 2 stengels over die je langs een touw kan leiden. Zijscheuten toppen na het tweede blad.
  • Komkommer en meloen in de serre of koude bak
  • De tomaten moeten geregeld gediefd (uitknijpen van de okselscheuten) en aangebonden worden. Verwijder bij buitentomaten zodra ze drie bloemtrossen hebben de top boven het tweede blad. Geef ze ook een extra-bemesting met vloeibare mest en houd de planten vochtig bij droog weer. Pluk ook de onderste bladeren weg om de vruchten beter te laten rijpen. Als de tomaten beginnen rijpen geef je best iets minder water om openbarsten te voorkomen. Opgelet bij tomatenplanten voor de verwelkingsziekte. Deze schimmel die binnendringt via de wortels brengt schade aan aan bladeren en stengels. Ze blokkeren de vattbundels en sapstroom van de plant waardoor geen transport van water kan gebeuren.
  • Ook selder, komkommers, pompoenen en courgetten moeten geregeld water krijgen tijdens droogteperiodes.

WORTEL – KNOLGEWASSEN

  • Rodebieten: plantgoed uitplanten
  • Pastinaak : plantgoed uitplanten
  • Knolvenkel pas na 21 juni buiten zaaien. Plantgoed uitplanten.
  • Radijs zaaien. Ze houden van koel weer, zaai daarom zomerteelten in de schaduw. Hou het gewas goed vochtig en onkruidvrij. Zaai regelmatig kleine hoeveelheden. Eventueel als tussenteelt van erwten, sla.
  • Schorseneer: koop vers zaad want schorseneerzaad is slechts één jaar houdbaar en zaai op een zonnige plek in lichte grond. Zaai op rijen met een afstand van 25cm, 2 à 3 cm diep. Na opkomst uitdunnen op 8 à 10cm
  • Wortelen: gezaaide zomerwortelen en winterwortelen uitdunnen. Als nateelt kan je tot eind juli nog zomerwortelen zaaien. Kies voor aangepaste rassen.
  • Knolselder. juni is de laatste kans om knolselder te planten. Niet te diep planten. Zorg dat het hart boven de grond blijft.
  • Rammenas. In juli tot in het begin van augustus kun je nog rammenas zaaien. Zaai op rijen met een afstand van 30 cm

BESSEN & FRUIT

  • Hangen de rode bessen verscholen aan de struiken, snoei dan enkele overtollige scheuten weg.
  • Aardbeien oogsten. Verwijder ook geregeld de scheuten, tenzij je ze nodig hebt om nieuwe planten te kweken. Aardbeiplanten worden best om de drie jaar vernieuwd. Bescherm de vruchten met een net tegen vogelvraat. Wil je nieuwe aardbeien planten, maak dan het bed waarop ze moeten komen klaar.
  • Kasdruiven krenten
  • Leifruit aanbinden.
  • Bessenstruiken moet je tijdig afdekken met netten als je geen gebruik maakt van een netkooi. Dit vooral om vogelschade te voorkomen. Controleer de struiken ook regelmatig op aantastingen. Allerlei insecten en schimmelziektes liggen op de loer.
  • Pluk geregeld rijp fruit. Blijf ook uitdunnen om dikkere vruchten te krijgen, hoeveel hartzeer dit ook mag doen. Bomen die overbelast zijn met vruchten, hebben geen kracht meer om sterke bloembotten voor volgend jaar te vormen. Bij appelen en peren behoudt men zes tot zeven vruchten per lopende meter tak zodat de vruchtjes ongeveer 7 cm uit elkaar staan. Bij andere fruitsoorten behoudt men een vrucht per twee trossen. · Geleide appel- en perebomen hebben misschien een zomersnoei nodig. Doe dit geleidelijk zodat de plant er niet onder lijdt.
  • Steenfruit zoals pruimen en kersen moeten nu gesnoeid worden. Verwijder alle zieke en dode takken en dun te groeikrachtige takken uit.
  • Houd de bodem van de fruitbomen onkruidvrij. Mulch eventueel met gemaaid gras. Indien u rond fruitbomen een mulchlaag aanbrengt, moet u in de herfst wel kontroleren op woelratten of muizen.
  • Rode, witte en kruisbessen mogen eind deze maand gesnoeid worden. Kort hiervoor alle nieuwe zijscheuten in tot drie à vier knoppen boven de basis.
  • Ook zomerframbozen worden gesnoeid na de oogst. Snoei de oude afgedragen takken.

KRUIDEN

Alle kruidenplantjes kunnen in volle grond of in potten/bakken uitgeplant worden. Wil je zelf nog zaaien? Dat kan in volle grond wat betreft basilicum, komkommerkruid, kervel, bieslook, koriander, dille, peterselie

Groenten

  • Andijvie, knolvenkel, koolrabi, pluksla, postelein, winterrammenas, radicchio (roodlof), radijs, snijbiet, rode biet, herfst- of winterspinazie, tuinkers, late wortelen en zuring kunnen tot midden juli worden gezaaid. Kies wel aangepaste, snelgroeiende variëteiten voor de late zaai.
  • Tot begin juli kunnen ook nog lage bonen en bloemkool worden gezaaid.
  • Op een beschaduwde plaats kan ook nog peterselie voor de herfst en de winter worden gezaaid.
  • Zaai bij voorkeur op een vochthoudende en beschaduwde plaats. Bij het zaaien tijdens droog weer : de zaaigreppels goed nat maken en de vochtige grond na het zaaien afdekken met jutezakken om uitdroging te voorkomen.
  • Bedek de grond tussen pas uitgeplante zaailingen met grasmaaisel, stro, haagsnoeisel enz. om het uitdrogen te voorkomen.
  •  Verwijder eventueel de groeischeuten van labbonen om aantasting door zwarte luizen te voorkomen.
  • Op vrijkomende percelen van b.v. vroege aardappelen, erwten en bonen kunnen nog wintergroenten zoals prei (het is helemaal niet nodig om het loof en de wortels in te korten zoals vaak wordt aangeraden), selder, spruitjes, herfstandijvie, kropsla, enz. worden geplant.
  • Indien u een nieuw aardbeienbed wilt aanleggen op de plaats waar de vroege aardappelen stonden, dan moet u eerst stalmest of goed verteerde kompost onderwerken. Nadien de grond een paar weken laten rusten (eventueel ondertussen afdekken met zwarte folie om het onkruid tegen te houden) vooraleer de aardbeiden te planten.
  • Op percelen die niet meer beplant worden, kan een groenbemester worden ingezaaid. Tot einde september kunnen de vlinderbloemigen lupine en klaver die de grond verrijken met stikstof, mosterdzaad, koolzaad, snijrogge, wikke, Alexandrijnse klaver, enz. worden gezaaid. Ook spinazie is een goede groenbemester die zuiverend werkt op de grond.
  • Kruiden blijven oogsten om vers te gebruiken of om te drogen.
Bron: www.mijntuin.org