‘Onweer in mei maakt de boeren blij’, luidt een gezegde. Ja, ook wij moestuiniers snakken inmiddels wel naar een paar flinke regenbuien. April was niet alleen droog maar ook een behoorlijk frisse maand met vooral koude nachten. Hierdoor zijn veel zaai- en plantwerkjes waarschijnlijk uitgesteld. Maar in mei kan je volop aan de slag. Gebruik desnoods de nodige beschermingsmaterialen. Henk geeft je een opsomming van wat allemaal kan:

BLADGEWASSEN

  • Kropsla en andere slasoorten buiten ter plaatse zaaien.
  • Snijsla kan je volop oogsten.
  • Sla uitplanten. Diverse soorten. Bescherm de planten tegen slakken. Breng rond de planten eventueel een laag cacaodoppen aan. Hiermee beperk je de onkruidgroei en hou je slakken op afstand.
  • Warmoes zaaien buiten.
  • Selder kan je pas vanaf mei buiten zaaien. De zaden hebben zo’n 18-20°C nodig om te kiemen.
  • Snijselder, groene selder zaaien in volle grond. Na opkomst de plantjes dunnen op 15cm. Snijselder is een smaakmaker in de keuken die regelmatig gebruikt wordt. Zorg dat je voldoende zaait, en zaai met tussenperiodes.
  • Witloof: zaai witloof in lijnen op 30cm uit elkaar en leg in de geulen een twintigtal zaden per meter. zaai op 1 tot 2 cm diepte. Als de eerste echte witloofblaadjes tevoorschijn komen moet men uitdunnen tot er ongeveer 8 plantjes per meter overblijven. De uitgedunde plantjes kunnen ook worden uitgeplant maar deze geven vertakte wortels

KOOLGEWASSEN

  • Gezaaide koolplanten uitplanten tussen half mei en half juni.
  • Plantgoed uitplanten.
  • Om knolvoet te voorkomen kan je eventueel de koolplanten in grote potten plaatsen waaruit de bodem is gesneden.
  • Zomerbloemkool en broccoli zaaien onder koud glas. Na de ijsheiligen herfstbloemkool zaaien in volle grond
  • Savooi zaaien in volle grond

VRUCHTGEWASSEN

  • Pompoen zaaien en plantjes uitplanten na half mei. Opletten voor slakken. Pompoenen zijn zeer geschikt voor het begroeien van overblijvende plaatsen in de tuin of bijvoorbeeld een composthoop.
  • Courgettes zaaien en plantjes uitplanten na half mei. Courgettes en pompoenen nemen nogal wat plaats in zodat je minstens 1 m2 per plant voorziet.
  • (suiker)Maïs uitplanten of ter plaatse zaaien. Wacht niet te lang en zaai op een zonnige plaats. Om omvallen te voorkomen zaai je best in een vierkant.
  • Tomaten in de serre planten, of buiten in beschermde omgeving. Voorzie bij het planten reeds steunmateriaal. Bij het watergeven zorgen dat het blad niet nat wordt. Dit om schimmelziektes te voorkomen. Vanaf 15 mei mogen de buitentomaten worden uitgeplant. Plant nooit tomaten vlak bij aardappelen om ziektes te voorkomen. Tomaten moeten regelmatig worden aangebonden en ook de okselscheuten moeten worden verwijderd. Als er zich drie bloemtrossen hebben gevormd moet de top worden uitgeknepen aan het tweede blad boven de laatste tros.
  • Aubergines in de serre planten of buiten in beschermde omgeving
  • Paprika’s in de serre planten of buiten in een beschermde omgeving
  • Komkommer en meloen in de serre of koude bak

WORTEL – KNOLGEWASSEN

  • Rode bieten buiten zaaien. Tot begin juli. Plantgoed uitplanten
  • Pastinaak zaaien tot half mei. Zaai in rijen op 30-40cm afstand. Uitdunnen op 20 cm. Je kan ook drie zaden bij elkaar in een putje leggen en bij opkomst de zwakste verwijderen.
  • Knolvenkel pas na 21 juni buiten zaaien.
  • Radijs zaaien. Ze houden van koel weer, zaai daarom zomerteelten in de schaduw. Hou het gewas goed vochtig en onkruidvrij. Zaai regelmatig kleine hoeveelheden. Eventueel als tussenteelt van erwten, sla.
  • Schorseneer: koop vers zaad want schorseneerzaad is slechts één jaar houdbaar en zaai op een zonnige plek in lichte grond. Zaai op rijen met een afstand van 25cm, 2 à 3 cm diep. Na opkomst uitdunnen op 8 à 10cm
  • Wortelen: zomerwortelen en winterwortelen zaaien in volle grond.
  • Knolselder. Niet te diep planten. Zorg dat het hart boven de grond blijft.

PEULGEWASSEN

  • Vanaf half mei bonen buiten zaaien. Zaai tot eind juni kleine hoeveelheden zodat je steeds verse bonen hebt.
  • Erwten aanaarden. Hoge soorten hebben steun nodig.

UIENFAMILIE – Zomerprei.

Planten die ongeveer een potlood dik zijn worden in rijen uitgeplant met een tussenafstand van ongeveer 40cm. In die rijen komen de planten op ca 20cm tussenafstand. Je kan diepe putjes maken met een pootstok waarin de preiplanten worden gezet. De putjes vullen zich vanzelf op door begieten. Je kan ook geulen maken met een hak en de preiplanten in ondiepe gaten plaatsen en de planten daarna aangieten. Beetje bij beetje worden de planten aangeaard met een hak.  Opletten voor preimot: de rups van deze vijand leeft in de bladeren van de prei en valt dan de wortel aan. Ook opletten voor preiroest: op de buitenste bladeren ontstaan sporenhoopjes die bij het openbarsten felgekleurde sporen produceren.

STENGELGEWASSEN

  • Artisjokplanten uitplanten
  • Aardpeer uitplanten

KRUIDEN

  • Alle kruidenplantjes kunnen in volle grond of in potten/bakken uitgeplant worden. Wil je zelf nog zaaien? Dat kan in volle grond wat betreft basilicum, komkommerkruid, kervel, bieslook, koriander, dille, peterselie

ALGEMEEN

  • In een moestuin is het steeds belangrijk om alles goed te onderhouden. Regelmatig wieden is de boodschap. Bewerk enkel percelen die je gaat inzaaien of beplanten.
  • In een serre of kas kan het reeds behoorlijk warm worden op zonnige dagen. Zorg voor schaduw door het aanbrengen van schaduwdoek of door het glas te ‘witten’. Regelmatig luchten.
  • Wees alert voor plaagdieren zoals slakken en/of insecten en schimmels.
  • Binnen gekweekte plantjes moeten worden afgehard en wennen aan de buitenlucht.
  • Rond de jonge koolplanten breng je best koolkragen aan. Dit om te voorkomen dat de koolvlieg haar eitjes bij de plant kan afzetten.
  • Wortelen dek je best af met vliesdoek om ze te beschermen tegen de wortelvlieg.
  • Breng een mulchlaag aan rond de aardbeien als er geen zwarte plastic over de bedden is gelegd. Bijvoorbeeld stro, zo liggen de vruchten niet op de grond en kunnen ze niet gaan rotten of vuil worden. Leg een net over de aardbeien om te voorkomen dat de vogels met de vruchten aan de haal gaan. Hou aardbeibedden onkruidvrij. Verwijder bij doordragende soorten tot einde mei de bloemen.
  • Rode bietjes die in april werden gezaaid zullen moeten worden uitgedund. Uit elk zaadje komen namelijk meerdere plantjes, uitdunnen is dus nodig. Hou 1 plant per 10cm over
  • Vroege aardappelen en erwten moeten worden aangeaard indien dit nog niet is gebeurd.
  • Bij hoge erwten moet steun worden aangebracht. Breng eventueel een mulchlaag van grasmaaisel aan rond de erwten.
  • Vroege tuinbonen toppen om aantasting door luizen te voorkomen.
  • Vroege zaailingen van sla, wortelen, uitjes moeten voorzichtig worden gedund. Laat de uitgedunde worteltjes en uitjes niet rondslingeren want de geur alleen al kan de wortel- en uienvlieg aantrekken.
  • Breng een mulchlaag rond de stam van fruitbomen.
  • Bij nieuw aangeplante vruchtbomen moeten de bloemen en jonge vruchten volledig verwijderd worden. Vruchtvorming vergt heel veel groeikracht terwijl die bij jonge bomen vooral nodig is voor het aanmaken van nieuwe wortelen en bladeren.
  • Als rode bessen hun blad verliezen moeten ze behandeld worden met een middel tegen meeldauw of met een product dat gebruikt wordt tegen de aardappel- en tomatenziekte.
  • Grondscheuten van frambozen moeten worden weggesnoeid tot tegen de grond. Behoud maximaal een zestal takken per plant. Bij droog weer water geven.
  • Buitenperziken moeten worden uitgedund om dikkere vruchten te krijgen. Perziken zijn zeer gevoelig voor aantasting door de ‘krulziekte’ waarbij het blad eerst opkrult, verdroogt en tenslotte afvalt. Ook de bloei en de vruchtzetting hebben er onder te lijden. Eventueel spuiten met een schimmelwerend product zodra je de eerste aantasting merkt. Verwijder ook systhematisch de aangetaste bladeren.
  • In mei rijpen de vroegste kersensoorten. Om te voorkomen dat de vogels ermee aan de haal gaan, moet je nu een net spannen. Bij hoogstam is dat een haast onbegonnen werk.
  • De druivelaar kan eventueel preventief behandeld worden tegen schimmels.
  • Neem stekken van kruiden zoals tijm, lavendel, salie
  • Eénjarige bloemen zaaien. Reukerwten bijvoorbeeld. Voorzie steunmateriaal. Om kleur te brengen in de moestuin kan je Tagetes en Oost-Indische kers uitplanten.
  • Zonnebloemen kunnen van eind april tot einde mei worden gezaaid. Leg drie zaden dicht bij elkaar in putjes op 10 cm afstand. Laat bij het opkomen alleen de beste doorgroeien.
  • Indien je deze zomer wilt genieten van basilicum uit eigen tuin moet je nu zaaien of de binnen gezaaide plantjes buiten uitplanten.
  • Kruiden. Als die nog niet geplant zijn kan je nu volop kruiden planten. Sommige soorten zoals muntsoorten kan je best in potten kweken omdat ze nogal durven woekeren
Succes en veel tuinplezier…..
Henk ( tuin 3 )

Bron: www.mijntuin.org