Na het oogsten wordt in deze periode stilaan de nadruk gelegd op het opruimen. De gelukkige bezitter van een koude bak of serre kan nu het seizoen nog wat verlengen.
ALGEMEEN
  • Meer en meer percelen komen vrij te liggen in de moestuin. Deze kunnen eventueel in winterbedden worden gelegd, vooral als u tuiniert op zware vochtige grond. Werk bij het spitten goed verteerde compost onder om de structuur van de grond te verbeteren. De vorst kan de ruwe kluiten breken en de grond beter bewerkbaar maken. Spit nooit als de grond erg nat is.
  • Of je nu al gaat bemesten hangt af van de soort bodem: een zware bodem mag je al bemesten want door de zware structuur zullen de voedingsstoffen niet snel gaan doorspoelen. Lichte gronden worden best pas in het voorjaar bemest.
  • Lichte grond kan je bedekken met een mulchlaag van bijvoorbeeld stro, grasmaaisel, ruwe compost.
  • Ruim alle onkruiden en groenten op die niet meer kunnen gebruikt worden. Alle groentematerialen die niet zijn aangetast door schimmels en/of insecten, kunnen gecomposteerd worden.
  • Ook alle hulpstukken zoals bamboestokken, steunstokken enz. moeten naar binnen.
  • Als de grond in uw moestuin kalk nodig heeft kan u die best voor de winter strooien. Niet samen strooien met verse stalmest of een andere stikstofrijke meststof. Neem eventueel een bodemstaal en laat uw grond ontleden.
  • Het is volop planttijd. In de moestuin of kruidentuin kan je gebruik maken van buxus om lage haagjes te vormen of percelen af te bakenen. Die lage haagjes kan je ook vormen met kruiden zoals lavendel, salie, wijnruit, santolina.
  • Ook bloembollen kunnen in de moestuin worden toegepast. Vooral sieruien (Allium) zijn populair. Uit deze familie kennen we vooral het bieslook (Allium schoenoprasum) als nutsplant maar er zijn nog vele andere soorten met decoratieve bloemen.
  • Vorstgevoelige groenten zoals sla, bonen, augurken, pompoenen, courgettes moeten in de komende dagen worden geoogst. Bij de eerste nachtvorst zullen ze bevriezen. Ook de laatste aardappelen moeten worden gerooid.
  • Aubergines, tomaten, paprika’s rijpen nog na en kunnen nu best geoogst worden. Leg ze op een warme plek (keukenraam) om na te rijpen.

BLADGEWASSEN

  • Plantgoed van sla, andijvie kan nog in een serre of koude bak worden uitgeplant. Sla en andijvie uit volle grond die nog niet volgroeid is, kan je best met een grote wortelkluit verhuizen naar de koude bak of serre. Door koude nachten kunnen bij andijvie gele bladranden ontstaan en de groei kan stilvallen. Dit komt doordat de planten door de koude niet voldoende magnesium meer uit de grond kunnen halen.
  • Plantgoed van veldsla uitplanten in volle grond.
  • Begin met het rooien van witloofwortels. Laat de wortels enkele dagen narijpen voordat ze worden ingetafeld.
  • Begin tot half oktober kan in een onverwarmde kas of koude bak nog snijsla, spinazie, tuinkers, veldsla, kervel worden gezaaid.

KOOLGEWASSEN

  • Bloemkool zaaien in koude bak of serre voor weeuwenteelt.
  • Hou de kolen in de gaten: rode kolen moeten goed volgroeid zijn voor ze worden geoogst maar ze moeten wel voor de eerste vorst worden binnengehaald. Savooikolen kunnen nog een tijd blijven staan. Ze verdragen heel wat vorst. Spruiten kan je oogsten als ze onderaan dik genoeg zijn. Spruitkolen zeker niet toppen want dat zou de oogst verkorten. Koolplanten kan je best ook afdekken met vliesdoek of een net, om ze te beschermen tegen duiven die de kolen kunnen aanvreten.
  • Tot half oktober kan nog savooiekool worden geplant, die dan in het voorjaar wordt geoogst.
  • Broccoli, spruiten en boerenkool kunnen buiten overwinteren.
  • Winterbloemkool aanaarden. Ook spruitplanten voorzichtig aanaarden zodat ze meer steun hebben. Kom niet te vlug in verleiding om spruitjes te plukken. Ze moeten goed stevig zijn. Ideaal is te wachten tot er eerst wat vorst is overgegaan.

WORTEL – KNOLGEWASSEN

  • Bewaargroenten zoals wortelen, rode biet, rapen, rammenas moeten worden ingekuild. Het bewaren van wortelgewassen is sterk afhankelijk van het tijdstip van oogsten. Kies een droge dag om te oogsten. Natte gewassen zijn erg gevoelig voor aantastingen van schimmels en bacteriën.
  • Schorseneer is winterhard en kan buiten blijven

UIENFAMILIE

  • Knoflook kan nu in het najaar worden geplant. Het voordeel van planten in de herfst is dat de oogst het volgende jaar vroeger valt en dat de opbrengst groter is. Neem een plantafstand in acht van 30cm en behoud evenveel ruimte tussen de rijen. Maak de tenen los van de klisters en plant ze rechtop in de grond op een diepte van ongeveer 10cm. Kies een zonnige plek en zorg voor een goede afwatering. L
  • Flinke pollen bieslook splitsen en herplanten.
  • Winterprei aanaarden.

VRUCHTGEWASSEN

  • Pompoen oogsten. Zeker voor de eerste nachtvorst! Laat ze eventueel op een lichte, warme plek een tiental dagen narijpen om ze dan op een koele, droge, vorstvrije plaats over te houden (temp. 10-15°C).
  • Buitentomaten oogsten. Deze kunnen binnen ook narijpen.
  • Courgettes en komkommers oogsten
  • Gewassen die buiten kunnen blijven: artisjok (wel beschermen), boerenkool, knolselder, pastinaak, rapen, schorseneren, spruiten, broccoli, winterkolen, winterprei, winterwortelen.
  • Rabarber plant je best in oktober tot november. Je kan volwassen planten (minstens drie jaar oud) ook nu vermeerderen door de plant uit de grond te halen en de wortels met een spade of scherp mes in stukken te snijden of te steken. Zorg ervoor dat elk stuk apart tenminste één groeiknop heeft.
  • Zet potjes met peterselie, bieslook in de keuken. Zo beschik je ook in de winter over verse kruiden.
  • Tijm kan je scheuren en herplanten.
  • Rozemarijn die niet op een goed beschutte plaats staat of in een vochtige grond, graaf je best uit en zet je in potten op een vorstvrije koele lichte plaats. Of je beschermt de planten met vliesdoek. Bij strenge vorst kan de plant namelijk schade oplopen.
  • Ook artisjokplanten en kardoen moeten een winterbescherming krijgen.

De fruittuin in oktober

  • Knip frambozen die vrucht hebben gedragen tot tegen de grond terug en bind de nieuwe scheuten aan.
  • Appels en peren kunnen nog steeds worden geoogst. Oogst voor de bewaring alleen droge en niet beschadigde vruchten. Nat geplukte vruchten rotten sneller.
  • Om noten langer vers te bewaren leg je ze in zand dat vooraf is bevochtigd met zout water. Zet de bakjes in een koele donkere ruimte.
  • Aardbeien krijgen nog een laatste bemesting met goed verteerde compost. Hou de rijen onkruidvrij.
  • Fruitbomen en kleinfruit kunnen in de loop van oktober-november worden geplant. Maak een voldoende groot plantgat en gebruik een boompaal om de jonge bomen te steunen. Wie overweegt om fruitbomen te integreren in de tuin moet eens niet alledaagse soorten overwegen zoals: kweepeer, mispel, moerbei. Dit zijn bomen die ook in een kleinere tuin kunnen worden toegepast.
  • Kweeperen worden best zo laat mogelijk geoogst. De vruchten zijn niet eetbaar maar zijn ideaal voor verwerking in compote, gelei of jam.
  • Wie vijgenbomen heeft staan die vruchten dragen, kan aan de schil zien of de vruchten rijp zijn: als de schil dreigt te scheuren zijn ze oogstrijp. Vijgen moeten vers worden gegeten en zijn moeilijk te bewaren. Ze kunnen wel worden gedroogd.
  • Fruitbomen kan je beschermen tegen de wintervlinder door lijmbanden rond de stam aan te brengen. De lijmbanden zijn een biologisch bestrijdingsmiddel dat verhindert dat het vrouwtje van de wintervlinder naar boven in de fruitboom kruipt om de eitjes af te zetten.
  • Fruitbomen snoeien: de hoofdsnoei van het meeste fruit vindt plaats in de winter. Appel, druif, kiwi en kruisbes zijn voorbeelden van soorten die moeten gesnoeid worden. Snoei niet bij vriesweer en maak gebruik van goed en scherp gereedschap. Niet aangetaste takken kunnen worden gehakselt of klein geknipt en op de composthoop.
  • Van zwarte, rode, witte en kruisbessen kan je stekken nemen. Neem scheuten van zo’n 30 cm lang. Snij de scheuten net boven een knop af. Maak een geul en stop de stekken daarin.

Veel tuinplezier gewenst………

 
Henk

Bron: www.mijntuin.org